De Vlaardingse Vaart heeft een fantastische visstand. Naast brasem, voorn en blei worden regelmatig mooie giebels, windes, zeelten en andere verrassingen gevangen. Het parcours van ’t Voertje wordt uitgezet vanaf het Windrecht te Schipluiden (tegenover de brug naar de Zijde) in de richting van Vlaardingen.

De stekken voor de Trambrug zijn vrijwel allemaal goed. Ook voorbij de trambrug, tot net voorbij de volkstuinen, zijn de stekken OK, met als absolute topstek de plompebladeren bij het “witte huisje”. Jos Boks kan daarover meepraten – hij won er in 2005 met 12,5 kg brasem de vrije wedstrijd van aannemersbedrijf Toon Keijzer. Het brede stuk (“kom”) na de volkstuinen is doorgaans minder. Verderop wordt het weer snel beter, vooral bij plompebladeren en palen in het water.

Na de trambrug wint het stug doorvissen met de feeder het vaak van de vaste stok, door een grotere kans op bonusvissen (brasem = gewicht). Strak tegen de overkant vissen is vaak het beste recept. In 2005 is, voorbij de trambrug, het dijkje aan de overkant verstevigd, waarbij nogal wat grond in het water beland is. Dicht onder de kant is het daardoor plaatselijk erg ondiep geworden: misschien iets verder uit de kant vissen?

Op de iets diepere plekken van dit parcours (bijvoorbeeld voor de jachthaven en voor het de brug naar de Zijde) kan ook de vaste hengel vaak goed vis opleveren. Als de brasem een slappe dag heeft is het sowieso goed om de vaste stok bij de hand te houden. Op 11 meter is de diepte 1,20 - 1,80 meter en kunnen vaak grote aantallen blei en voorn gevangen worden. Over aas valt niets zinnigs te melden: afhankelijk van dag, tijdstip en stek kunnen maden, casters, mestpieren of casters (alleen of in combinatie) goed vis opleveren.

Tijdens en na hevige regenval kan het in de Vaart hard stromen. Vissen met een winkle-pickertje en een mestpier als aas levert dan vaak spectaculaire vangsten en dito aanbeten.